De bezuiniging van 600 miljoen euro op de ouderenzorg, oorspronkelijk gepland voor 2024, is een jaar uitgesteld naar 2026. Dit werd bevestigd door staatssecretaris Vicky Maeijer tijdens een commissiedebat met Tweede Kamerleden.
De bezuiniging komt daarmee niet te vervallen, maar wordt slechts tijdelijk uitgesteld. Hoewel de PVV dit ziet als een overwinning, blijven andere partijen kritisch. Voor hen blijft de zorgsector in onzekerheid verkeren, aangezien de structurele problemen onverminderd voortduren.
Gemengde reacties vanuit de Tweede Kamer
Maeijer benadrukte tijdens het debat meermaals hoe blij ze was met het uitstel van de bezuiniging. Toch was niet iedereen in de Kamer even enthousiast over deze beslissing. Veel Kamerleden uitten hun zorgen over het feit dat van een overwinning wordt gesproken, terwijl het enkel om een uitstel gaat.
Volgens de oppositie zou de focus juist moeten liggen op het investeren in de ouderenzorg. De zorgsector verkeert volgens hen in onzekerheid, waardoor noodzakelijke hervormingen mogelijk vertraging oplopen. Dit leidt tot onduidelijkheid voor zorginstellingen en ouderen.
Politieke keuzes spelen een grote rol
Tijdens het debat reageerde Maeijer op vragen van Kamerleden over het gebrek aan financiële ruimte. Ze gaf aan dat ze tijdens haar korte ambtsperiode als staatssecretaris nog geen ‘geldboom’ had gevonden.
Hiermee probeerde ze te benadrukken dat er geen makkelijke oplossingen zijn voor het financiële tekort in de zorg. Toch moest ze, na aandringen van de oppositie, toegeven dat het uiteindelijk neerkomt op politieke keuzes.
Deze keuzes bepalen in grote mate de toekomst van de ouderenzorg in Nederland. Het debat maakte duidelijk dat er nog veel onzekerheden zijn over de toekomstige financiering.
Hoofdlijnenakkoord biedt perspectief
Maeijer gaf aan dat er vanaf 2027 structureel 600 miljoen euro extra beschikbaar zal zijn voor de ouderenzorg. Dit geld zal vrijgemaakt worden in het nieuwe Hoofdlijnenakkoord ouderenzorg.
De contouren van dit akkoord moeten eind dit jaar worden vastgesteld, zodat zorgkantoren er in 2026 al rekening mee kunnen houden. Het akkoord moet zorgen voor een stabielere financiële basis voor de zorg.
Toch blijft de vraag of deze structurele investeringen op tijd komen om de groeiende uitdagingen aan te pakken. De ouderenzorg blijft voorlopig in afwachting van verdere concrete plannen.
Tekort aan ouderenwoningen is zorgwekkend
Naast de financiële onzekerheden in de ouderenzorg, speelt ook het woningtekort voor ouderen een belangrijke rol. Het kabinet heeft zich ten doel gesteld om tegen 2030 zeker 290.000 ouderenwoningen te realiseren.
Kamerfracties twijfelen echter of dit doel haalbaar is, gezien het huidige bouwtempo. De partijen wezen erop dat het vorige kabinet al eenzelfde doel had, maar dat er weinig vooruitgang is geboekt.
Vorig jaar werden er slechts 3000 ouderenwoningen gebouwd, wat volgens veel Kamerleden ver onder de verwachtingen ligt. Ook coalitiepartij VVD uitte zorgen over de concrete invulling van deze plannen.
Vergrijzing en oplopende zorgkosten
Tijdens het debat wees Maeijer op de toenemende vergrijzing in Nederland. Volgens haar zal het aantal ouderen in Nederland tussen 2020 en 2040 verdubbelen tot 4,7 miljoen mensen. Dit zorgt voor enorme uitdagingen in de ouderenzorg.
Onderzoek laat zien dat de kosten voor ouderenzorg in diezelfde periode zullen verdubbelen, van 18 miljard euro naar 36,5 miljard euro in 2040. Deze cijfers onderstrepen de urgentie van structurele hervormingen en investeringen in de zorgsector. Maeijer benadrukte dat het kabinet zich hiervan bewust is, maar dat de politieke keuzes niet eenvoudig zijn.