Minister van Asiel, Marjolein Faber (PVV), heeft aangegeven dat de omstreden dwangwet, die asielzoekers gelijkmatiger over Nederland verdeelt, sneller wordt ingetrokken dan eerder gedacht. Eerder zei ze nog dat deze wet mogelijk nog jaren zou blijven bestaan.
Deze week gaf ze in de Tweede Kamer echter toe dat dit een vergissing was. “Dat was een fout van mij, een verkeerde voorstelling van zaken,” erkende Faber. Ze schreef de fout toe aan vermoeidheid en bood haar excuses aan.
De dwangwet was onderdeel van het kabinetsbeleid onder premier Dick Schoof. Dit kabinet heeft echter in zijn regeerakkoord opgenomen dat deze wet zo snel mogelijk moet worden ingetrokken. Het eerder gecommuniceerde tijdsbestek van enkele jaren was dus onjuist.
Internationale steun voor asielbeleid
Tijdens een vergadering van Europese asielministers, die deze week in Luxemburg plaatsvindt, zal Faber de steun peilen van andere EU-lidstaten voor een opt-out op het Europese asielbeleid. Dit zou Nederland in staat stellen af te wijken van bepaalde Europese regels.
Hoewel een opt-out niet eenvoudig te realiseren is, vanwege de noodzaak van een verdragswijziging, ziet Faber dit proces als een belangrijk signaal naar Brussel. “Het is een kwestie van de lange adem, maar de boodschap is duidelijk overgekomen,” aldus Faber.
Het Nederlandse kabinet heeft al een brief gestuurd naar de Europese Commissie om deze uitzonderingspositie aan te vragen, hoewel de Commissie hier niet direct over gaat. Dit valt namelijk onder de bevoegdheid van de Europese Raad. In Luxemburg wil Faber onderzoeken of er steun is voor deze opt-out bij andere lidstaten.
Eerdmans eist duidelijkheid over draagvlak
JA21-Kamerlid Joost Eerdmans vroeg tijdens het debat om een snelle rapportage van de uitkomsten van deze peiling in Luxemburg. “Ik wil weten of de Europese Raad hierop ingaat, en wat de onderbouwing van de minister is,” stelde Eerdmans. Hij wees erop dat er tot nu toe geen concrete onderbouwing voor een opt-out is gegeven en dat de Kamer meer duidelijkheid wil over het draagvlak binnen Europa.
Opvallend is dat asielministers niet gaan over het wijzigen van verdragen, wat volgens Eerdmans het proces verder bemoeilijkt. Ook Hongarije, onder leiding van premier Viktor Orban, heeft aangegeven het Nederlandse voorbeeld te willen volgen, maar ook daar zijn de concrete stappen nog niet duidelijk.
Kabinet blijft Europese regels volgen
Minister Faber benadrukte dat Nederland, zolang er geen opt-out is gerealiseerd, de Europese asielregels blijft uitvoeren. Ze pleit daarnaast voor strengere Europese asielregels, snellere procedures, betere grensbewaking en een strikt naleven van het Dublin-verdrag. Dit verdrag regelt dat asielzoekers hun procedure moeten doorlopen in het eerste EU-land waar ze arriveren.
Een vraag vanuit de Kamer over welk verdrag Nederland specifiek wil opzeggen leverde weinig opheldering op. Faber erkende wel dat het Schengenverdrag, dat het vrije verkeer van goederen, diensten en personen regelt, mogelijk ter discussie kan komen te staan. Dit opzeggen zou echter losstaan van het verzoek voor een opt-out op het asielbeleid.
Uitzetting van Afghanen via Oezbekistan
Naast de discussie over de opt-out gaf Faber aan dat zij bezig is met het sluiten van een deal met Oezbekistan om uitgeprocedeerde Afghaanse asielzoekers via dat land uit te zetten. Dit is geïnspireerd door Duitsland, dat een soortgelijke overeenkomst heeft.
NSC-Kamerlid Diederik Boomsma vroeg tijdens het debat of Nederland ook bredere overeenkomsten kan sluiten met andere landen voor de uitzetting van afgewezen asielzoekers, vooral wanneer terugkeer naar het land van herkomst niet mogelijk is. Faber bevestigde dat dit een van de speerpunten van haar beleid is.