Asielminister Marjolein Faber stuurde vorige maand een brief naar de Europese Commissie met het verzoek om een uitzondering op het asielbeleid voor Nederland, ook wel een ‘migratie opt-out’.
Wat op het eerste gezicht een fout leek, blijkt nu echter een bewuste keuze te zijn geweest. Premier Dick Schoof verklaarde gisteren in de Tweede Kamer dat het kabinet er bewust voor koos om de brief naar het verkeerde adres te sturen.
Schoof verduidelijkte dat niet de Europese Commissie, maar de Europese Raad over verdragswijzigingen gaat. Desondanks stuurde Faber de brief naar de Commissie om een signaal af te geven, zonder dat Nederland daadwerkelijk om het heropenen van het EU-verdrag zou vragen.
“We hebben geen fout gemaakt,” stelde de premier. “We hebben bewust gekozen voor degene die hem mocht ontvangen. De prioriteit ligt op andere zaken.” Hiermee onderstreepte hij dat de Nederlandse regering de discussie wilde aanzwengelen zonder direct om een formele aanpassing van de Europese regels te vragen.
Bewuste strategie van het kabinet
Het kabinet wilde met deze aanpak duidelijk maken dat het vooral een politieke wens uitsprak en geen formele procedure startte. Volgens premier Schoof was het vanaf het begin al niet de bedoeling om de verdragsregels van de Europese Unie ter discussie te stellen.
Alleen de Europese Raad, waar de regeringsleiders van de lidstaten samenkomen, heeft de bevoegdheid om verdragswijzigingen in gang te zetten. Het sturen van de brief naar de Europese Commissie diende dan ook een symbolisch doel: het uiten van een standpunt zonder directe juridische gevolgen.
Faber ontkent fout in het vragenuurtje
Tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer benadrukte Faber dat de keuze om de brief naar de Europese Commissie te sturen, een weloverwogen beslissing was. Volgens haar had het ministerie geen fout gemaakt, maar ging het om het afgeven van een politiek signaal.
“Ik begrijp dat een opt-out een proces van de lange adem is,” gaf ze toe. Toch benadrukte ze het belang van het versterken van het signaal richting de Europese Commissie. “De discussie is aangezwengeld en dat is altijd goed,” voegde ze eraan toe, duidelijk tevreden met de impact van haar actie.
Faber gaf bovendien aan dat Nederlandse diplomaten hadden geadviseerd om de brief juist naar de Europese Commissie te sturen. “Onze diplomatieke dienst is zeer bekwaam. Het idee dat zij een fout zouden maken, zou hun professionaliteit ondermijnen,” verdedigde de minister haar keuze.
Het bewuste handelen van het kabinet toont een strategische benadering van het complexe asieldossier binnen de EU. Hoewel de brief wellicht niet tot directe resultaten zal leiden, benadrukt de regering hiermee haar standpunt en blijft de discussie over een migratie opt-out actueel.