Het motto van dit kabinet, ‘Het kan wél’, werd afgelopen Prinsjesdag gepresenteerd als een krachtige boodschap. De regering onder leiding van premier Dick Schoof wil hiermee daadkracht tonen en vastgelopen problemen aanpakken.
Het doel is helder: er moet vooruitgang geboekt worden op dossiers die al jaren stagneren. Toch roept dit motto niet alleen eenheid op, maar ook verdeeldheid. Meerdere politieke partijen beweren namelijk dat zíj het brein achter de slogan zijn.
BBB claimt de oorsprong van de leus
Voor BBB-Kamerlid Henk Vermeer was het een bijzonder moment toen koning Willem-Alexander de Troonrede uitsprak. De zin “Wat kan wél” viel duidelijk in goede aarde bij Vermeer. Volgens hem is de uitspraak van de koning overduidelijk afkomstig van zijn partij. “De tekst uit de Troonrede is onze tekst.
Het is gewone mensentaal, en we hebben er al veel complimenten over gekregen,” aldus Vermeer. Voor BBB is deze boodschap meer dan een slogan; het staat symbool voor hun pragmatische aanpak en vastberadenheid om verandering teweeg te brengen.
Kabinetsambities onder druk
Het kabinet-Schoof wil met het motto ‘Het kan wél’ een duidelijke boodschap afgeven. Problemen zijn volgens hen niet onoplosbaar. Al jarenlang zijn onderwerpen zoals asiel, migratie, de mestcrisis en woningbouw bron van discussie.
Voor veel nieuwe regeringspartijen, waaronder de PVV, NSC en BBB, ging het onder de kabinetten-Rutte vaak om wat níet mogelijk was. Deze partijen willen nu verandering zien. Met de leus ‘Het kan wél’ willen ze een nieuwe koers inzetten. Hun doel is om definitief af te rekenen met het idee dat veel zaken niet kunnen.
Politici over ‘Het kan wél’
De boodschap ‘Het kan wél’ klinkt niet alleen bij BBB, ook andere partijen in de coalitie dragen de slogan met enthousiasme uit. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen klonk de leus uit de monden van verschillende ministers.
Zo benadrukte minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) vol overtuiging: “Er kan héél veel wel!” Vicepremier en minister van Sociale Zaken Eddy van Hijum (NSC) voegde eraan toe dat we ons niet altijd moeten laten beperken door het verleden. Vicepremier Mona Keijzer (BBB) sloot zich hierbij aan: “Er kan zóveel wel!” Het gevoel dat verandering mogelijk is, lijkt breed gedragen binnen het kabinet.
Hoe het motto tot stand kwam
De oorsprong van het kabinetsmotto blijkt een interessante twist te hebben. Binnen het ministerie van Algemene Zaken, waar de minister-president zijn kantoor heeft, werd gewerkt aan de term ‘bevlogen pragmatisme’.
Tijdens een brainstormsessie viel de uitdrukking ‘Het kan wél’. Dit bleek een handzame vertaling van de eerder genoemde term. Volgens een ingewijde was het premier Dick Schoof zelf die de slogan voor het eerst uitsprak. Het idee was simpel: weg met de eeuwig nee-zeggende juristen, meer flexibiliteit is vereist.
BBB’s versie van de oorsprong
De partij BBB heeft echter een andere lezing van de geboorte van de leus. Vicepremier Mona Keijzer vertelde hoe haar partij telkens tegen de gevestigde orde moest vechten. “Bij boeren kregen we altijd te horen: ‘Het moet zo, het kan niet anders.’ Dan zeiden wij: ‘Het kan wél.’ Wetten zijn immers niet in steen gebeiteld zoals de Tien Geboden. Wij hebben ze zelf gemaakt, dus we kunnen ze ook veranderen.”
Voor BBB-fractievoorzitter Caroline van der Plas en Henk Vermeer kwam het beslissende ‘Het kan wél’-moment tijdens de coronacrisis. Binnen enkele weken werden er toen noodpakketten voor bedrijven opgetuigd door ambtenaren. Dit bewees volgens hen dat er wél snel gehandeld kan worden als het echt moet.
‘Het kan wél’ als marketingkans
De slogan werd voor BBB een succes en leidde zelfs tot merchandising. Caroline van der Plas herinnerde zich een moment waarop ze besloot dat het tijd was om T-shirts met de tekst ‘Het kan dus wel’ op de markt te brengen. Tijdens verschillende Kamerdebatten gebruikte ze de slogan als bewijs dat er veel meer mogelijk is dan vaak wordt beweerd.
Volgens Van der Plas is het dan ook geen toeval dat de leus juist bij BBB vandaan komt. “Het is eigenlijk een groot compliment dat ze op Algemene Zaken denken dat zij het hebben bedacht,” merkte ze op.