Het aantal Nederlandse gemeenten dat een vuurwerkverbod tijdens de jaarwisseling instelt, blijft dit jaar nagenoeg gelijk ten opzichte van vorig jaar. Hoewel zestien gemeenten in 2023 al een lokaal afsteekverbod hadden, komen daar nu slechts twee nieuwe gemeenten bij: Zutphen en Alkmaar.
Uit een rondvraag van het ANP blijkt dat van de ruim tweehonderd ondervraagde gemeenten, slechts twee hun beleid hebben aangepast door een vuurwerkverbod in te stellen. Ondanks de beperkte toename, hopen veel gemeenten dat een dergelijk verbod op de lange termijn tot gedragsverandering zal leiden.
Nieuwkomers dit jaar
Nieuwkomers dit jaar zijn de gemeenten Zutphen en Alkmaar. In Alkmaar stemde een meerderheid van de inwoners in een referendum voor het invoeren van een afsteekverbod. De gemeente verwacht dat het vuurwerkverbod zal bijdragen aan een geleidelijke cultuurverandering rond het afsteken van vuurwerk.
Dit wordt ondersteund door extra inzet van boa’s en cameratoezicht om naleving te waarborgen. Zutphen beschrijft het vuurwerkverbod als “een proces van lange adem” dat jaren zal duren voordat het volledig in de samenleving is ingeburgerd.
In 2023 stelden zestien gemeenten al een lokaal vuurwerkverbod in, waaronder grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven. Ook kleinere gemeenten zoals Heemstede, Soest en Bloemendaal voerden een verbod in. Naast deze verboden bieden sommige gemeenten een alternatief, zoals licht- en lasershows, terwijl andere gemeenten kiezen voor een centraal georganiseerde vuurwerkshow.
Effecten en verwachtingen
Sommige gemeenten geven aan dat het vuurwerkverbod al tot merkbare resultaten leidt. In Heemstede en Mook en Middelaar wordt minder vuurwerk afgestoken sinds de invoering van het verbod. Andere gemeenten zien het veranderen van deze traditie echter als een proces dat tijd nodig heeft.
Zo verwacht Arnhem dat de overlast van vuurwerk op de lange termijn zal afnemen door het afsteekverbod. Rotterdam sluit zich hierbij aan en voorspelt dat een verbod zal leiden tot minder schade, incidenten, letsel en een verminderde druk op de hulpdiensten.
Twijfels over handhaving en effectiviteit
Ondanks de positieve verwachtingen van sommige gemeenten, zijn er ook veel die niet geloven in de effectiviteit van een lokaal vuurwerkverbod. Gemeenten als Reusel-De Mierden en Delft wijzen erop dat een lokaal verbod slechts leidt tot verplaatsing van het probleem.
Mensen die vuurwerk willen afsteken, doen dat dan simpelweg in een aangrenzende gemeente zonder verbod. Delft benadrukt dat eerdere jaarwisselingen hebben aangetoond dat lokale verboden niet goed werken en zelfs het gezag ondermijnen.
Daarnaast kampen veel gemeenten met een tekort aan handhavers om een lokaal verbod daadwerkelijk te kunnen handhaven. Woudenberg geeft aan dat het onder de huidige regelgeving “vrijwel onmogelijk” is om een lokaal vuurwerkverbod af te dwingen, aangezien vuurwerk nog steeds mag worden verkocht en opgeslagen. Ook Bunschoten en Molenlanden stellen dat de handhavingscapaciteit simpelweg tekortschiet, zowel bij de gemeente als de politie.
Langdurig proces of een onhaalbare opdracht?
Hoewel sommige gemeenten stappen zetten richting een vuurwerkverbod, blijft het een uitdaging om dit op lokaal niveau effectief te handhaven. Het tekort aan handhavingscapaciteit speelt daarbij een grote rol en maakt handhaving lastig.
Daarnaast verplaatst het probleem zich vaak naar omliggende gemeenten die geen verbod hebben ingesteld. Dit vormt een groot obstakel voor een algeheel verbod. Toch hopen veel gemeenten op een verandering in de cultuur rondom vuurwerk. Ze geloven dat een verbod op de lange termijn kan bijdragen aan een veiligere en rustigere jaarwisseling voor iedereen.