“Ouderparticipatie klinkt in theorie prachtig,” begint Ryan (35), vader van twee basisschoolleerlingen. “Maar in werkelijkheid zorgt het voor een groeiende kloof tussen gezinnen die kunnen bijdragen en degenen die dat niet kunnen. Een verbod op ouderparticipatie zou meer gelijkheid creëren en kinderen een eerlijke kans geven.” Zijn uitspraak zorgt voor heftige reacties in ouderkringen.
Ryan legt uit dat het systeem van ouderparticipatie vaak neerkomt op een ongelijk speelveld. “Ouders met flexibele banen of een hoog inkomen hebben meer mogelijkheden om actief deel te nemen aan schoolactiviteiten. Ze kunnen helpen bij uitstapjes, in de klassenraad zitten of meedenken over beleidszaken. Ouders met onregelmatige werktijden of een laag inkomen hebben die luxe niet. Hun kinderen lopen hierdoor indirect kansen mis.”
Hij vertelt hoe hij zelf heeft ervaren wat dit verschil teweegbrengt. “Op onze school worden ouders regelmatig gevraagd om te helpen bij projecten of feesten. Als je niet beschikbaar bent, wordt dat gezien als onwil of desinteresse. Maar niet iedere ouder kán zomaar vrij nemen. Sommigen hebben meerdere banen of zorgen voor een ziek familielid. Hun kinderen krijgen daardoor minder aandacht van de leerkrachten omdat de beschikbare middelen vaak naar klassen gaan waar ouders wel participeren.”
Ouderparticipatie wordt vaak gepresenteerd als een manier om de schoolgemeenschap te versterken en het onderwijs te verrijken. Ryan erkent dat de intenties nobel zijn, maar plaatst kritische kanttekeningen. “Wat gebeurt er met kinderen van ouders die niet kunnen participeren? Zij worden onbewust gestigmatiseerd. Leraren en andere ouders weten precies welke kinderen geen ‘actieve’ ouders hebben. Dat kan leiden tot een subtiele, maar schadelijke vorm van uitsluiting.”
Volgens Ryan zou een verbod op ouderparticipatie een stap zijn richting een eerlijker onderwijssysteem. “Scholen moeten niet afhankelijk zijn van ouders om goed onderwijs te bieden. Dat is de verantwoordelijkheid van de overheid. Door ouderparticipatie te verbieden, dwing je scholen en beleidsmakers om te investeren in structurele oplossingen in plaats van het werk deels uit te besteden aan ouders.”
Hij noemt het voorbeeld van schoolreisjes. “Op veel scholen wordt van ouders verwacht dat ze meegaan als begeleiders. Maar waarom zouden scholen niet gewoon extra personeel inhuren of vrijwilligers van buiten inzetten? Het is niet eerlijk om de lasten bij ouders neer te leggen, zeker niet als die lasten ongelijk verdeeld zijn.”
Critici van Ryans standpunt stellen dat ouderparticipatie juist een positieve invloed heeft op het onderwijsklimaat. Actieve ouders zouden meer betrokken zijn bij de school en daardoor beter op de hoogte van de behoeften van hun kinderen. Ryan is het daar deels mee eens, maar benadrukt dat deze betrokkenheid niet ten koste mag gaan van andere kinderen. “Het is prachtig als ouders zich willen inzetten, maar dat mag niet de standaard worden. Scholen moeten voor élk kind dezelfde kansen kunnen bieden, ongeacht de thuissituatie.”
Ryan wijst op de bredere maatschappelijke gevolgen van ongelijke ouderparticipatie. “De kloof tussen kinderen uit kansrijke en kansarme gezinnen wordt steeds groter. Ouderparticipatie versterkt dat verschil. Kinderen van ouders die niet kunnen bijdragen, beginnen met een achterstand die moeilijk in te halen is. Dat heeft niet alleen impact op hun schooltijd, maar ook op hun verdere leven.”
Hij stelt voor om ouderparticipatie te vervangen door een inclusiever model. “Scholen zouden meer gebruik moeten maken van professionele ondersteuning. Denk aan onderwijsondersteuners of stagiaires. Deze mensen zijn getraind om kinderen te begeleiden en kunnen een constante factor vormen. Ouders kunnen nog steeds betrokken zijn, maar op een manier die geen ongelijkheid creëert.”
Een ander idee van Ryan is om scholen volledig te financieren vanuit overheidsgelden, zodat ze niet afhankelijk zijn van vrijwillige bijdragen van ouders. “In sommige wijken zamelen ouders duizenden euro’s in voor extra lessen of materialen. In andere wijken is dat onmogelijk. Die verschillen moeten we aanpakken. Onderwijs hoort een gelijk speelveld te zijn voor alle kinderen.”
Op de vraag of zijn standpunt hem niet impopulair maakt, haalt Ryan zijn schouders op. “Natuurlijk krijg ik kritiek. Mensen zeggen dat ik het systeem wil afbreken. Maar wat ik wil, is een eerlijk systeem bouwen. Het huidige model is niet houdbaar. Als we blijven vasthouden aan ouderparticipatie, blijven we de ongelijkheid in stand houden. Dat kunnen we onze kinderen niet aandoen.”
Ryan hoopt dat zijn boodschap een breder gesprek op gang brengt. “We moeten durven kijken naar de effecten van ons beleid, hoe goedbedoeld ook. Het gaat niet om wat volwassenen fijn vinden, maar om wat kinderen nodig hebben. Een verbod op ouderparticipatie klinkt misschien radicaal, maar het zou een belangrijke stap zijn naar een eerlijker onderwijssysteem.”