Steeds meer mensen sparen thuis lege flesjes en blikjes op, met het idee dat ze die kunnen inleveren voor statiegeld. Het systeem, ooit bedacht als stimulans voor recycling, blijkt in de praktijk echter minder eerlijk dan gedacht. Terwijl jij moeite doet om afval gescheiden te houden, verdwijnen miljoenen euro’s aan ongeclaimd statiegeld jaarlijks in de zakken van producenten – zonder enige transparantie of verplichting tot herinvestering.
Miljoenen euro’s blijven liggen en bedrijven verdienen eraan
Het oorspronkelijke idee was helder: je betaalt statiegeld, levert je flesje in en ontvangt het bedrag retour. In de praktijk werkt dat lang niet altijd zo. In 2022 werd maar liefst 87 miljoen euro aan statiegeld niet teruggevraagd.
In plaats van dat geld te investeren in betere recycling, mogen producenten het gewoon houden. Je ziet niets terug van die miljoenen in verbeterde service of verduurzaming.
Inleverautomaten zijn vaak stuk of vol, waardoor je met je lege flessen blijft zitten. Soms is het simpelweg onmogelijk om je verpakkingen in te leveren, zeker als je afhankelijk bent van één supermarkt in de buurt.
Als je dan ook nog je geld misloopt, voelt het systeem eerder als winstmodel voor bedrijven dan als milieumaatregel. En dat is frustrerend.
Statiegeld gaat mogelijk flink omhoog, maar levert dat iets op?
De overheid overweegt nu om het statiegeldbedrag per flesje of blikje te verhogen. Voor kleine verpakkingen zou dat kunnen oplopen tot €0,50, voor grote flessen zelfs €1,00.
Die verdubbeling roept weerstand op bij consumenten, zeker als het systeem niet goed werkt. De logica erachter is begrijpelijk – meer prikkel om in te leveren – maar als de praktijk faalt, wordt frustratie alleen maar groter.
In veel huishoudens stapelen de flessen zich inmiddels op. Vieze, plakkerige verpakkingen staan in gangen of keukens te wachten op een werkende automaat. De ergernis groeit, terwijl het gemak uitblijft.
Voor sommigen is de drempel inmiddels zo hoog dat ze de flessen gewoon in de prullenbak gooien, statiegeld of niet. En dat ondermijnt precies het doel van het systeem.
Wachtrijen, defecte apparaten en overvolle bakken maken inleveren onaantrekkelijk
Het wordt steeds moeilijker om je flessen snel en schoon kwijt te raken. Automaten zijn regelmatig defect of raken snel vol, waardoor je opnieuw moet terugkomen of lang moet wachten.
Zeker bij drukke supermarkten zie je dat wachtrijen zich vormen, terwijl jij daar staat met je tassen vol lege flessen. Het levert irritatie en hygiëneproblemen op, en zorgt ervoor dat steeds meer mensen afhaken.
Als je als consument telkens wordt geconfronteerd met technische problemen, verlies je het vertrouwen in het systeem. Je gaat twijfelen of het statiegeld dat je betaalt, überhaupt nog wel bij jou terugkomt. Ondertussen blijven producenten stil over wat ze doen met het geld dat niet wordt opgehaald. Die stilte voedt het wantrouwen.
Bedrijven hoeven niets terug te geven – en dat wringt
Dat bedrijven miljoenen mogen houden zonder enige verplichting, roept felle kritiek op. Voorstanders van hervorming willen dat producenten wettelijk worden verplicht om te investeren in het statiegeldsysteem. Denk aan betere automaten, kortere rijen en ondersteuning van lokale inzamelpunten.
Maar voorlopig ontbreekt elk wettelijk kader. De overheid kijkt weg, terwijl bedrijven jaarlijks enorme bedragen binnenhalen zonder dat daar iets tegenover staat.
Zonder toezicht of controle kunnen bedrijven het systeem naar eigen inzicht blijven gebruiken. En zolang jij niet weet waar het ongeclaimde statiegeld naartoe gaat, blijf je achter met vragen. Een eerlijk systeem vraagt om transparantie en verantwoordelijkheid. Alleen dan krijgt statiegeld weer de geloofwaardigheid die het ooit had.
Online aankopen maken het nóg verwarrender
Wie drankjes via internet bestelt, betaalt vaak ook statiegeld. Maar het terugbrengen van die verpakkingen blijkt bijzonder lastig. Je hebt geen fysieke winkel om op terug te vallen en online aanbieders hebben zelden een bruikbaar inleversysteem. In plaats van gemak levert deze regeling vooral frustratie op – en extra inkomsten voor producenten.
Die onduidelijkheid versterkt het gevoel dat het statiegeldsysteem oneerlijk is. Als je wel betaalt maar nauwelijks kunt terugvragen, voelt het alsof er bewust op jouw geld wordt gejaagd. Zeker als dat geld uiteindelijk verdwijnt in een bedrijfsresultaat waar je niets van terugziet.
Buitenlandse voorbeelden laten zien dat het wél kan werken
Landen zoals Duitsland en Noorwegen tonen aan dat een eerlijker systeem mogelijk is. Daar zijn bedrijven verplicht om ongeclaimd statiegeld te investeren in betere inzameling en recycling.
Je ziet het resultaat direct: meer werkende automaten, minder wachttijden en hogere inleverpercentages. Mensen doen daar actiever mee omdat ze het gevoel hebben dat het systeem klopt.
Dat voorbeeld laat zien wat er mogelijk is als je bedrijven verantwoordelijk maakt. Niet door vrijblijvend beleid, maar via wetgeving. Een systeem waarin winst wordt gedeeld met de samenleving, in plaats van alleen in de boeken van producenten te verdwijnen. Zonder die verandering, blijft het huidige statiegeldmodel wankelen.
Een duurzame toekomst vraagt om harde garanties
Wil je als samenleving werken aan een circulaire economie, dan moet het systeem eerlijk voelen. Niet alleen qua beloning, maar ook qua inspanning. Dat betekent: werkende automaten, duidelijke regels en een wettelijk vastgelegde plicht voor bedrijven om terug te investeren. Alleen dan krijgt het systeem weer draagvlak.
Zolang bedrijven zonder tegenprestatie kunnen verdienen aan jouw niet-geclaimde statiegeld, blijft het systeem kwetsbaar. En zolang jij geen inzicht hebt in de geldstromen, verdwijnt je vertrouwen. Tijd voor actie dus: een eerlijker, transparanter en beter werkend statiegeldsysteem waarin jouw bijdrage wél iets oplevert.