De VVD waarschuwt dat je door afschaffing van de hypotheekrenteaftrek straks honderden euro’s per maand meer kwijt bent aan je hypotheek. Als huiseigenaar wil je dat natuurlijk voorkomen. Maar klopt dit beeld wel? Of gaat het vooral om bangmakerij in campagnetijd? Het effect blijkt in de praktijk veel genuanceerder. Deskundigen hebben de mogelijke gevolgen doorgerekend en komen tot een ander resultaat.
Politieke strijd om de hypotheekrenteaftrek
Met de Tweede Kamerverkiezingen in aantocht laten steeds meer partijen hun visie horen over de hypotheekrenteaftrek. In veel verkiezingsprogramma’s wordt voorgesteld dit belastingvoordeel voor huiseigenaren stap voor stap af te schaffen. Alleen de VVD zet nog vol in op behoud en maakt daar zelfs een belangrijk speerpunt van. Partijleider Dilan Yesilgöz stelde al dat samenwerken met tegenstanders moeilijk wordt.
VVD houdt vast aan behoud
De VVD verdedigde de hypotheekrenteaftrek altijd fel, maar doet dit nu nog sterker omdat het CDA zich voor afschaffing uitspreekt. Daarmee wil de partij zich profileren in de strijd om de kiezer. Het belangrijkste argument dat de VVD gebruikt is dat huishoudens door het verlies van dit voordeel straks wel 400 tot 500 euro per maand extra kwijt zijn.
Hoe realistisch zijn die bedragen?
Voor veel mensen klinkt dit bedrag beangstigend. Logisch ook, want honderden euro’s extra per maand is voor de meeste huishoudens onbetaalbaar. Volgens berekeningen van de adviesgroep Van Bruggen gaat het echter meestal om veel lagere bedragen. In hun voorbeeld stijgt de maandlast bij een gemiddelde hypotheek slechts met ongeveer 20 euro. Het gevreesde rampscenario blijkt dus overdreven.
Wat de deskundigen berekenden
Van Bruggen nam een annuïteitenhypotheek van 363.000 euro als uitgangspunt, het gemiddelde bedrag dat starters in 2025 aanvragen. Bij een afbouwperiode van 15 jaar blijkt de stijging in de eerste tien jaar slechts 22 euro per maand. Uiteraard speelt de hoogte van je hypotheek een rol. Ook de gekozen periode voor afbouw beïnvloedt de uitkomst, en daarover verschillen partijen flink van mening.
Verschillende scenario’s in beeld
GroenLinks-PvdA wil de aftrek binnen tien jaar afbouwen, terwijl het CDA een periode van dertig jaar voorstelt. Dat levert grote verschillen op in tempo en impact. Van Bruggen berekende daarom meerdere scenario’s. Bij een hypotheek van 500.000 euro en een afbouw in tien jaar stijgt je gemiddelde maandlast met ongeveer 40 euro. Bij lagere hypotheken is de stijging nog bescheidener.
Effecten die je nauwelijks merkt
Volgens Van Bruggen merk je deze stijging in de praktijk nauwelijks. Dat komt doordat je inkomen in dezelfde periode waarschijnlijk ook stijgt. Daardoor vallen de extra lasten relatief mee. Zelfs bij hoge hypotheken en een snelle afbouw gaat het dus niet direct om honderden euro’s per maand. Het beeld dat door de VVD geschetst wordt is daarom eenzijdig en onvolledig.
Het volledige verhaal achter de cijfers
De VVD overdrijft niet volledig, want in een verre toekomst kan de stijging bij zeer hoge hypotheken inderdaad fors zijn. Maar dat gebeurt pas over vijftien of dertig jaar, wanneer de situatie ook weer heel anders is. Bovendien kan de miljardenopbrengst van de afschaffing, ruim 11,2 miljard euro, ingezet worden om de inkomstenbelasting te verlagen. Zo wordt een deel van de pijn gecompenseerd.
Geen wondermiddel tegen woningtekort
Het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek kan bijdragen aan een gezondere woningmarkt, maar lost het tekort niet op. Daarvoor zijn extra maatregelen nodig, zoals bouwen van meer woningen en versoepelen van regels. Van Bruggen benadrukt dat de hypotheekrenteaftrek slechts één element is in een veel bredere discussie. Voor jou als huiseigenaar is het belangrijk alle plannen van partijen goed naast elkaar te leggen.