Je staat er misschien niet dagelijks bij stil wat een politicus in Den Haag daadwerkelijk verdient. Nu het kabinet-Schoof is gevallen en verkiezingen naderen, gaat de aandacht vooral uit naar standpunten en kopstukken. Toch blijft ook het salaris van een Tweede Kamerlid een terugkerend onderwerp van discussie. Het gaat om een functie met grote verantwoordelijkheden, lange werkdagen en constante publieke druk, waarbij transparantie steeds belangrijker wordt gevonden.

Kamerlid zijn als volwaardig beroep
Je vertegenwoordigt als Tweede Kamerlid ruim zeventien miljoen Nederlanders. Dat doe je niet alleen uit idealisme, maar als professioneel volksvertegenwoordiger. Kamerleden worden gekozen en mogen zich pas na beëdiging officieel Kamerlid noemen. Om zitting te nemen moet je minimaal achttien jaar zijn, de Nederlandse nationaliteit hebben en niet door een rechter zijn uitgesloten van het kiesrecht. Het Kamerlidmaatschap is een intensief beroep dat volledige inzet vraagt.
Wat een Kamerlid momenteel bruto verdient
Je ziet op het loonstrookje van een ‘gewoon’ Tweede Kamerlid een vaste schadeloosstelling van 10.130 euro bruto per maand. Daarbovenop komen 8 procent vakantiegeld en een eindejaarsuitkering van 8,3 procent. Omgerekend komt dat neer op ruim 141.000 euro bruto per jaar. Kamerleden met extra verantwoordelijkheden, zoals voorzitters, vicevoorzitters en fractieleiders, ontvangen aanvullende toelagen die afhankelijk zijn van hun functie en fractiegrootte.
Vergoedingen naast het basissalaris
Je merkt dat het inkomen niet alleen uit salaris bestaat. Kamerleden ontvangen verschillende vergoedingen om hun werk goed te kunnen uitvoeren. Voor woon-werkverkeer kunnen zij kiezen tussen een eerste klas OV-jaarkaart of een kilometervergoeding. Voor dienstreizen buiten het vaste traject bestaat een jaarlijkse vergoeding van 4.900 euro. Kamerleden die verder van Den Haag wonen, ontvangen daarnaast een aanvullende verblijfkostenvergoeding.
Beroepskosten worden apart gecompenseerd
Je ziet dat ook beroepskosten niet uit het eigen salaris hoeven te worden betaald. Kamerleden ontvangen een jaarlijkse vergoeding van 3.410 euro voor beroepskosten. Dit bedrag kan periodiek worden aangepast. Het is bedoeld voor uitgaven zoals werkmaterialen, vakliteratuur, representatiekosten en telefoonkosten. Daarmee wordt voorkomen dat Kamerleden privé middelen moeten inzetten om hun publieke functie goed te vervullen.

Financiële zekerheid na vertrek uit de Kamer
Je hoeft na vertrek uit de Tweede Kamer niet direct zonder inkomen te zitten. Ex-Kamerleden hebben recht op wachtgeld. In het eerste jaar bedraagt dat 80 procent van het laatstverdiende salaris. Daarna daalt dit naar 70 procent. De maximale duur is drie jaar en twee maanden, gelijk aan de reguliere werkloosheidsuitkering. Deze regeling geldt ongeacht de reden van aftreden, ook bij vrijwillig vertrek.
Voorwaarden en grenzen aan het wachtgeld
Je ziet dat het wachtgeld geen blanco cheque is. Inkomsten uit ander werk worden verrekend met de uitkering. Verdien je voldoende, dan vervalt het wachtgeld volledig. Voor Kamerleden die kort in functie waren of bijna de pensioengerechtigde leeftijd bereiken, gelden aanvullende regels. De regeling is bedoeld om onafhankelijkheid te waarborgen en politieke functies toegankelijk te houden voor mensen zonder financieel vangnet.
Pensioenopbouw tijdens en na het Kamerlidmaatschap
Je bouwt als Kamerlid pensioen op zolang je in functie bent. Die opbouw loopt zelfs door in de eerste vier jaar na vertrek. Ook het nabestaandenpensioen is geregeld. Dat bedraagt vijf zevende deel van het ouderdomspensioen. Daarmee is de financiële positie van partners en gezinnen grotendeels beschermd. Het Kamerlidmaatschap wordt juridisch behandeld als een volwaardige loopbaan.

Waarom deze regelingen bestaan
Je ziet dat salarissen, vergoedingen en wachtgeld niet alleen over geld gaan. Ze moeten Kamerleden in staat stellen hun werk onafhankelijk te doen. Zonder zorgen over financiële onzekerheid kunnen zij besluiten nemen zonder persoonlijke druk. Dat moet de kwaliteit en integriteit van de democratie beschermen en tegelijkertijd zorgen dat de politiek aantrekkelijk blijft voor een brede groep mensen.










