Ik herinner me mijn eerste vuurwerkavond nog goed. Ik was zeven, en mijn vader had speciaal vuurwerk gehaald om oud en nieuw te vieren. Voor ons, als Marokkaanse familie in Nederland, voelde het vuurwerk als een moment waarop we erbij hoorden.
Het was niet zomaar een knal in de nacht, maar een manier om onze plek in dit land te vieren. Maar nu, met al die regels en het verbod, voelt het alsof ons dat stukje cultuur wordt afgenomen. Waarom mogen wij dat niet meer doen?
Vuurwerk is voor ons een manier om twee culturen samen te brengen. In Marokko wordt nieuwjaar anders gevierd, maar hier in Nederland voelde het vuurwerk afsteken als een brug tussen onze tradities en de Nederlandse vieringen. Het is een traditie waarin we ons thuis voelen, iets waarin we een eigen draai kunnen geven aan de Nederlandse oud-en-nieuw-traditie. Maar het vuurwerkverbod gooit roet in het eten en roept de vraag op: hoeveel van onze gewoontes kunnen we behouden?
De discussie rond vuurwerk raakt me diep, want het gaat niet alleen over veiligheid. Ja, er gebeuren ongelukken, maar die gebeuren niet alleen door ons. Toch lijkt er vaak met een scheef oog naar onze gemeenschap gekeken te worden. Het voelt alsof ons plezier sneller als probleem wordt gezien, alsof we minder ruimte krijgen om te vieren. Het raakt aan het gevoel dat onze tradities en cultuur als minderwaardig worden gezien. Waarom mogen wij onszelf niet op onze eigen manier uiten?
Dit gevoel wordt versterkt door de manier waarop het verbod wordt gehandhaafd. In welgestelde wijken zie ik geen controles, en vaak lijkt er meer tolerantie te zijn. In andere buurten, met veel verschillende culturele achtergronden, is er strengere handhaving. Het lijkt alsof het verbod soms als excuus wordt gebruikt om ons minder ruimte te geven, alsof onze aanwezigheid gereguleerd moet worden.
Dan is er nog de optie van gemeentelijke vuurwerkshows als alternatief. Begrijp me niet verkeerd, een show kan mooi zijn, maar het haalt het niet bij zelf vuurwerk afsteken. Voor ons gaat het om dat moment van zelf iets moois maken in de nacht, iets wat we met familie en vrienden delen. Dat gevoel, die persoonlijke verbondenheid, kan geen enkele show vervangen. Een gemeenteshow voelt anoniem, zonder die emotionele waarde die wij aan vuurwerk hechten.
Voor mijn neefjes en nichtjes is vuurwerk een magisch moment. Elk jaar vragen ze vol verwachting: “Bilal, gaan we vuurwerk afsteken?” Ik wil hen dat plezier niet afnemen, maar het voelt alsof ik geen keuze heb. Hoe leg ik uit dat onze manier van vieren niet langer welkom is? Dat doet pijn, want het zijn deze kleine momenten die hen een gevoel van verbondenheid geven, die ons als familie dichter bij elkaar brengen.
Soms vraag ik me af of het echt alleen om veiligheid gaat. Er worden steeds meer regels opgelegd die onze manier van leven raken, en vuurwerk lijkt slechts één van de vele symbolen te zijn. De dubbele standaard valt op. Terwijl de Nederlandse tradities zoals Kerst vrijelijk worden gevierd, voelen wij ons vaak bekeken. Ons vuurwerk wordt afgedaan als overlast, maar andere vieringen worden zonder probleem geaccepteerd. Waarom mogen wij onze tradities niet inbrengen?
Ik weet dat vuurwerk overlast kan geven, en ik respecteer dat sommige mensen en huisdieren last hebben van de knallen. Daarom steek ik alleen siervuurwerk af, zonder harde knallen. Maar zelfs dat voelt als een compromis dat ik moet sluiten, omdat ik anders word aangekeken. Het vuurwerkverbod lijkt geen oplossing voor een probleem, maar een manier om onze ruimte te beperken, om ons te laten weten dat onze cultuur niet wordt gewaardeerd.
De vraag die me blijft achtervolgen is hoeveel van onze cultuur nog behouden kan blijven. Het is niet alleen vuurwerk, maar alles wat ons verbindt met onze afkomst. Ik ben trots op mijn Marokkaanse roots, en vuurwerk is voor ons een traditie die we aan het nieuwe jaar koppelen, net zoals anderen hun eigen manieren hebben om feest te vieren. Het idee dat we dat moeten opgeven, voelt als een verlies van een deel van wie we zijn.
Het is pijnlijk om deze boodschap aan mijn neefjes en nichtjes door te geven. Zij groeien op in een land waar ze telkens moeten balanceren tussen hun Marokkaanse afkomst en de Nederlandse samenleving. Vuurwerk is voor hen een manier om die twee werelden samen te brengen, om zich verbonden te voelen. Het verbod maakt die balans moeilijker, want het is meer dan alleen het afsteken van vuurwerk – het is een symbool van hun eigen identiteit.
Ik begrijp dat de discussie rond vuurwerk ingewikkeld is, en dat er veiligheidsoverwegingen zijn. Maar ik hoop dat er een manier is waarop we elkaar kunnen vinden. Misschien kunnen er speciale plekken worden ingericht, of specifieke tijden waarop vuurwerk wel mag. Het gevoel dat wij voortdurend onze cultuur moeten aanpassen en compromissen moeten sluiten, terwijl anderen dat niet hoeven, blijft moeilijk te accepteren.
Vuurwerk afsteken is misschien een klein symbool, maar het staat voor zoveel meer. Het is een manier om te laten zien dat we hier ook bij horen, dat we deel uitmaken van dit land op onze eigen manier. Het verbod op vuurwerk raakt niet alleen onze traditie, maar ook de manier waarop we proberen onze cultuur in Nederland te behouden. Als we dat stukje moeten opgeven, wat blijft er dan over van onze plek in deze samenleving?
Ik hoop dat deze discussie niet alleen draait om regels en verboden, maar ook om wederzijds begrip. Voor mij is vuurwerk een ritueel waarin ik me thuis voel, waarin ik mezelf kan zijn. Het verbod voelt als een verlies, een signaal dat er minder ruimte is voor wie we zijn.