De elektronische tolheffing op de A24, ook wel de Blankenburgverbinding bij Rotterdam, moest een modern en efficiënt systeem worden. Geen poortjes, geen wachttijden, gewoon digitaal betalen. Maar sinds de opening in december blijkt het systeem eerder een valkuil dan een vooruitgang. Inmiddels zijn 200.000 automobilisten beboet omdat ze zogenaamd “niet op tijd” de tol van €1,51 hebben voldaan.
Boetes lopen op tot miljoenen
De Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) heeft al ruim €7 miljoen geïnd via deze boetes, die €35 per overtreding bedragen. Een klein foutje van een paar euro verandert daardoor al snel in een hoge rekening. Wat begon als een idee voor gemak en efficiëntie, is veranderd in een financieel mijnenveld waarin automobilisten zich moeilijk kunnen redden.
Onduidelijke regels zorgen voor verwarring
De RDW erkent dat de regels “niet voor iedereen duidelijk zijn”. Betalen moet binnen 72 uur, vóór of ná de rit, via een website of app. Omdat er geen tolpoortjes of automatische herinneringen zijn, moeten automobilisten dit zelf weten en onthouden. Wie de eerste kosteloze herinnering mist, ontvangt direct een boete van €35. Dat bedrag is meer dan twintig keer het oorspronkelijke toltarief.
Een systeem dat burgers in de val lokt
Volgens critici is dit geen onschuldig misverstand, maar een bewuste keuze. De overheid weet dat veel mensen de regels niet begrijpen, zeker zonder eenvoudige betaalmogelijkheid bij de tunnel zelf. Het gevolg is dat duizenden automobilisten onbedoeld in de fout gaan. Dat levert de RDW miljoenen op, onder het mom van modernisering. Wat gepresenteerd wordt als innovatie, lijkt in werkelijkheid vooral winstbejag.
De automobilist opnieuw de klos
De gemiddelde automobilist betaalt al voor wegenbelasting, accijnzen en brandstofprijzen die tot de hoogste van Europa behoren. Toch wordt diezelfde automobilist nu opnieuw geconfronteerd met kosten die voorkomen hadden kunnen worden. De overheid lijkt een systeem te hebben gecreëerd waarin burgers eerder worden beboet dan geholpen. Dat zorgt voor groeiende frustratie en wantrouwen richting instanties die eigenlijk moeten dienen, niet straffen.
Van service naar sanctiebeleid
Nederland ontwikkelt zich steeds meer tot een land waarin de overheid haar burgers niet ondersteunt, maar op fouten betrapt. Steeds vaker lijken nieuwe systemen te draaien om inkomsten uit boetes, in plaats van gebruiksgemak. De elektronische tol op de A24 is daar een pijnlijk voorbeeld van. Er wordt niet geïnvesteerd in voorlichting of eenvoud, maar in automatisering die vooral geld oplevert zodra iemand een fout maakt.
Digitalisering als dekmantel voor geldhonger
Wat officieel wordt verkocht als “milieuvriendelijk” en “efficiënt”, blijkt in de praktijk een verdienmodel te zijn. De overheid noemt het vooruitgang, maar veel automobilisten ervaren het als digitale afpersing. Wie niet tijdig betaalt, wordt behandeld als wanbetaler, zelfs bij een minieme fout. Deze aanpak ondermijnt het vertrouwen in digitalisering en roept vragen op over rechtvaardigheid en proportionaliteit.
Politiek stil ondanks groeiende kritiek
Opvallend genoeg blijft het in Den Haag stil. Geen Kamerlid dat publiekelijk vraagt waarom zoveel automobilisten beboet zijn. Geen minister die uitlegt waarom het systeem zo complex is. De verklaring lijkt simpel: de miljoeneninkomsten zijn te aantrekkelijk. Officieel gaat het om “naleving van regels”, maar de realiteit wijst eerder op een overheid die te afhankelijk is geworden van boetegeld.
Slimme mobiliteit of slimme belastingtruc?
De Blankenburgverbinding moest de doorstroming verbeteren, maar heeft zich ontwikkeld tot een digitale fuik. Automobilisten raken verstrikt in regels die ze nauwelijks kennen en worden geconfronteerd met onredelijk hoge boetes. De overheid verkoopt het als een stap richting de toekomst, maar het voelt voor velen als een stap terug. Slimme mobiliteit hoort burgers te ontzorgen, niet financieel uit te persen.
Einde vertrouwen in eerlijk beleid
De e-tol op de A24 laat zien hoe ver beleid kan ontsporen als winst belangrijker wordt dan duidelijkheid. Wie één fout maakt, betaalt tientallen euro’s, zonder waarschuwing of redelijke uitleg. Burgers voelen zich niet meer beschermd, maar geplunderd. Als de overheid het vertrouwen wil herstellen, begint dat met transparantie, menselijkheid en het erkennen dat dit systeem zijn doel volledig voorbijschiet.