Het aantal mensen in Nederland dat dagelijkse verzorgingsproducten als tandpasta, shampoo of deodorant niet meer kan betalen, groeit schrikbarend snel. Wat vorig jaar nog gold voor één op de zeven mensen, is inmiddels realiteit voor één op de vijf. De cijfers tonen aan dat verzorgingsarmoede niet langer een randverschijnsel is, maar een breed maatschappelijk probleem.
Verzorgingsarmoede treft ook werkenden
Uit onderzoek van het Armoedefonds in samenwerking met Kruidvat blijkt dat vooral jongeren en werkenden geraakt worden. Nederlanders tot 35 jaar met een laag- of middeninkomen kunnen steeds moeilijker rondkomen.
Maar liefst veertig procent van de mensen die kampen met verzorgingsarmoede heeft een fulltimebaan. Werken biedt dus niet langer de zekerheid van financiële stabiliteit.
Het idee dat alleen mensen zonder werk of met schulden in deze situatie belanden, klopt niet meer. Steeds vaker betreft het huishoudens waar beide ouders werken.
Studenten met een bijbaan of zzp’ers die met moeite het hoofd boven water houden. Het Armoedefonds noemt de cijfers verontrustend en pleit voor een urgente, structurele aanpak van het probleem.
Verzorgingsarmoede gaat dieper dan geldgebrek
Het onvermogen om verzorgingsproducten te kopen raakt mensen niet alleen in hun hygiëne, maar ook in hun eigenwaarde. Bijna één op de drie mensen met verzorgingsarmoede voelt zich minderwaardig.
Meer dan een derde ziet het zelfs als persoonlijk falen wanneer ze geen zeep of tandpasta kunnen betalen. Deze gevoelens leiden tot een vicieuze cirkel van schaamte en isolement.
Eén op de vijf mensen vermijdt bewust winkels of sociale situaties om te voorkomen dat hun situatie zichtbaar wordt. De angst om beoordeeld te worden weegt zwaarder dan de behoefte aan hulp. Verzorgingsarmoede is daarmee niet alleen een financieel, maar ook een mentaal probleem dat diepe sporen trekt in het dagelijks leven.
Rons verhaal laat de gevolgen zien
Ron, zestig jaar oud en afkomstig uit Noord-Holland, weet precies wat verzorgingsarmoede betekent. “Ik loop sneller over straat, zodat mensen niet zien dat ik roos heb,” vertelt hij.
“Ik ruik niet lekker, ik zie er niet goed uit. Het maakt mij echt klein en nietig.” Ondanks zijn schaamte weigert hij te zwijgen. “Als ik erover begin, word ik vaak onderbroken. Toch blijf ik praten. Ik wil dat dit bespreekbaar wordt.”
Zijn verhaal is geen uitzondering, maar een weerspiegeling van duizenden anderen die zich dagelijks onzichtbaar proberen te maken. Door open te zijn, laat Ron zien dat achter elke statistiek een echt mens zit – met gevoelens, kwetsbaarheid en een sterke behoefte om gezien te worden.
Dringend behoefte aan structurele oplossingen
Volgens het Armoedefonds is het de hoogste tijd voor een brede maatschappelijke aanpak. De combinatie van stijgende prijzen, achterblijvende lonen en een tekort aan gerichte hulpmaatregelen heeft een situatie gecreëerd die op termijn onhoudbaar is.
Alleen financiële steun is niet voldoende. Er moet ook aandacht zijn voor sociale erkenning en een omgeving waarin mensen zich veilig voelen om hulp te vragen.
Verzorgingsarmoede ondermijnt het gevoel van menselijkheid. Wie zich geen deodorant kan veroorloven, verliest niet alleen frisheid maar ook het zelfvertrouwen om zich onder mensen te begeven.
Je durft jezelf niet meer te laten zien, omdat je bang bent voor afwijzing. De gevolgen daarvan raken niet alleen het individu, maar ook de samenleving als geheel.
Waardigheid is geen luxe
De oplossing vraagt om meer dan een donatie of een pakketje verzorgingsproducten. Het vraagt om een samenleving waarin niemand zich hoeft te schamen voor zijn armoede. Waar mensen zoals Ron zich gehoord voelen in plaats van genegeerd. Alleen dan kun je zeggen dat iedereen in dit land écht mee mag doen – met waardigheid, zonder angst.