Tessa, een 44-jarige alleenstaande moeder uit Utrecht, windt er geen doekjes om: voedselbanken zijn volgens haar geen oplossing, maar een valkuil. “Het lijkt misschien een nobel idee, maar in werkelijkheid houden voedselbanken mensen vast in een patroon van afhankelijkheid. Ze nemen niet de oorzaak van armoede weg,” legt ze uit.
Als iemand die jarenlang op een voedselbank heeft vertrouwd, weet Tessa waar ze het over heeft. Toen haar huwelijk eindigde en ze met twee jonge kinderen achterbleef, kwam ze financieel in zwaar weer terecht. “Ik werkte parttime en kreeg wel toeslagen, maar het was niet genoeg om rond te komen. De voedselbank was in het begin een redding, maar na een tijdje merkte ik hoe ik vast kwam te zitten,” vertelt ze.
Volgens Tessa heeft de afhankelijkheid van voedselbanken verschillende lagen. Het gaat niet alleen om de hulp die mensen krijgen, maar ook om het gevoel van machteloosheid dat daarmee gepaard gaat. “Je krijgt een pakket, maar je hebt geen zeggenschap over wat erin zit. Het is vernederend om niet zelf te kunnen kiezen wat je eet.” Ze haalt diep adem voordat ze verder gaat. “Het is alsof je autonomie wordt afgenomen.”
Voor Tessa zit de kern van het probleem in het gebrek aan structurele oplossingen. Ze wijst op het gebrek aan betaalbare huisvesting, lage lonen en een toeslagensysteem dat volgens haar meer verwarring schept dan oplost. “Als de overheid die problemen niet aanpakt, blijft de voedselbank slechts een pleister op een gapende wond. Het houdt mensen stil, maar verandert niets aan hun situatie.”
De schaamte rondom armoede speelt ook een grote rol, merkt Tessa op. Ze vertelt hoe ze vrienden en familie jarenlang niet durfde te vertellen dat ze afhankelijk was van voedselhulp. “Iedere keer dat ik naar de voedselbank ging, voelde het alsof ik faalde. Ik wilde niet dat mijn kinderen doorhadden hoe erg het was. Die schaamte maakt het moeilijk om hulp te zoeken die verder gaat dan het voedselpakket.”
Tessa benadrukt dat haar kritiek niet gericht is op de vrijwilligers bij de voedselbank. “Die mensen doen geweldig werk en hebben vaak het hart op de juiste plaats. Maar zij lossen de structurele problemen niet op. Ze zijn een buffer voor een falend systeem.” Ze is ervan overtuigd dat de oplossing ligt in het versterken van de basis: hogere minimumlonen, betere toegang tot scholing en meer ondersteuning voor alleenstaande ouders zoals zij.
Het moment waarop Tessa besloot te stoppen met de voedselbank, herinnert ze zich nog goed. “Ik stond daar in de rij en keek om me heen. Ik zag mensen die net als ik geen vooruitgang boekten. Dat was het moment waarop ik besefte dat ik het anders moest doen. Ik wilde niet dat mijn kinderen dachten dat dit normaal was.”
Ze begon een opleiding naast haar parttimebaan, hoewel het zwaar was. Met hulp van een mentorprogramma en een kleine lening wist ze uiteindelijk een voltijdbaan te vinden. Nu werkt ze als administratief medewerker bij een middelgroot bedrijf. “Het is nog steeds geen vetpot, maar ik kan mijn kinderen eten geven zonder afhankelijk te zijn van een pakket. Dat is alles waard,” zegt ze met een trotse glimlach.
Hoewel Tessa haar eigen situatie heeft verbeterd, maakt ze zich nog steeds zorgen om anderen die in armoede leven. “Niet iedereen heeft dezelfde kansen gehad als ik. Er zijn mensen die al jaren in hetzelfde kringetje rondlopen. Dat moet veranderen.” Ze pleit voor een herziening van het sociale vangnet en een focus op preventie. “We moeten armoede aanpakken bij de wortels. Dat betekent investeren in onderwijs, psychologische hulp en eerlijke lonen.”
Volgens Tessa is het ook belangrijk om stigma’s rondom armoede te doorbreken. “Het kan iedereen overkomen. Een scheiding, ontslag of ziekte kan je leven volledig op z’n kop zetten. Als we dat blijven negeren, blijft armoede een taboe.” Ze hoopt dat haar verhaal anderen inspireert om in actie te komen. “Niet alleen de mensen die zelf hulp nodig hebben, maar ook beleidsmakers en bedrijven. Iedereen heeft een rol in het bouwen van een samenleving waarin voedselbanken niet meer nodig zijn.”
Tessa’s boodschap is duidelijk: voedselbanken mogen geen eindstation zijn, maar een tijdelijke steun. “We moeten durven kijken naar het grotere plaatje. Alleen dan kunnen we echte verandering teweegbrengen,” besluit ze vastberaden. Haar verhaal is een oproep tot actie, een oproep om voorbij symptoombestrijding te gaan en echte oplossingen te zoeken voor de complexe problematiek van armoede.