GroenLinks-PvdA-politica Barbara Kathmann uitte felle kritiek op Gideon van Meijeren van Forum voor Democratie tijdens een debat. Ze beschuldigde hem ervan desinformatie te verspreiden tijdens zijn spreektijd.
Kathmann kon echter geen concrete voorbeelden geven om haar beweringen te staven. Dit leidde tot een scherpe reactie van Van Meijeren. Hij vroeg haar om uitleg en bewijs voor de beschuldigingen.
Kathmann stelde dat Van Meijeren verantwoordelijk is voor het verspreiden van nieuws met een hoog fake news-gehalte. Ook zou hij, volgens haar, zonder enige onderbouwing serieuze instituties ondermijnen.
Van Meijeren was echter niet van plan de kritiek zomaar te laten passeren. Hij ontkende de beschuldigingen en vroeg Kathmann nadrukkelijk om aan te geven welke uitspraken van hem onjuist waren.
Van Meijeren bleef bij zijn standpunt en benadrukte dat elk feit dat hij tijdens het debat had genoemd, onderbouwd kon worden met betrouwbare bronnen. “Ieder feit dat ik noem, daar kan ik de bron bij noemen,” zei hij stellig.
Hij gaf aan dat hij het onacceptabel vond dat beschuldigingen zonder bewijs werden geuit en wilde dat Kathmann haar woorden toelichtte. “Ik hoor heel graag, voordat dit soort loze beschuldigingen normaal gaan worden, even van mevrouw Kathmann: wat heb ik gezegd dat niet waar is?” vervolgde hij.
De voorzitter probeerde de discussie in goede banen te leiden door Van Meijeren te verzoeken direct antwoord te geven op de interruptie zonder wedervragen te stellen. Van Meijeren hield echter voet bij stuk en vroeg herhaaldelijk naar de feiten achter Kathmanns beschuldigingen.
“Nee, voorzitter, dit vind ik best wel fundamenteel. Wat heb ik gezegd dat niet waar is?” vroeg hij nogmaals, met de duidelijke verwachting dat Kathmann haar eerdere uitlatingen zou verduidelijken.
Kathmanns beschuldigingen van desinformatie bleven echter onbeantwoord. Volgens Van Meijeren was dit tekenend voor hoe politieke tegenstanders soms te werk gaan. Hij vond dat opponenten vaak proberen hun tegenstanders te ondermijnen met vage en ongegronde beweringen.
“Dat zijn allemaal makkelijke termen om mij te ondermijnen,” stelde hij. “Wat zeg ik dan dat niet waar is?” vroeg hij vervolgens, zichtbaar gefrustreerd door de situatie.
Het debat eindigde zonder dat Kathmann haar beschuldigingen kon concretiseren, waardoor Van Meijeren’s vraag onbeantwoord bleef. Hij sloot zijn betoog af met de woorden: “Dit valt toch niet serieus te nemen, meneer de voorzitter?”
De discussie legde pijnlijk bloot hoe polariserend het debat over desinformatie in de Tweede Kamer kan zijn, vooral wanneer er beschuldigingen worden geuit zonder harde feiten om ze te ondersteunen.