De toekomst van de 22-jarige verdachte in de moordzaak rond Lisa (17) uit Abcoude is juridisch gezien complex en gevoelig. Eerst wacht hem een strafproces in Nederland, pas daarna komt de vraag of hij kan worden uitgezet. Toch blijkt uitzetting van asielzoekers in de praktijk vaak ingewikkelder dan veel mensen denken. In sommige gevallen is het zelfs onmogelijk, waardoor juridische en maatschappelijke spanningen ontstaan.
Eerst de straf, daarna verblijfsvraagstuk
Asielrechtadvocaat Michael Yap legt uit dat het uitgangspunt binnen het recht duidelijk is: de straf gaat altijd voor op beslissingen over verblijf. “Er zijn uitzonderingen. Ik had bijvoorbeeld een cliënt die eerder werd vrijgelaten en terugging naar Marokko, met de garantie dat hij nooit meer naar Europa zou terugkeren.” Zulke gevallen zijn volgens hem bijzonder, zeker wanneer het gaat om zware misdrijven zoals moord.
Verdachte gelinkt aan meerdere ernstige incidenten
De verdachte is een 22-jarige man zonder vaste woon- of verblijfplaats. Hij werd donderdagavond aangehouden in een COA-opvanglocatie. Uit politieonderzoek blijkt dat zijn naam al eerder opdook in een onderzoek naar een zedendelict aan de Weesperzijde. Daar werd een vrouw belaagd, geslagen en seksueel misbruikt. Daarnaast wordt hij verdacht van betrokkenheid bij de dood van Lisa en een poging tot seksueel geweld op 10 augustus.
Terugsturen niet altijd haalbaar
Volgens Yap maakt het land van herkomst een groot verschil. Sommige landen weigeren uitgezette personen terug te nemen, of de situatie ter plaatse is onveilig. Denk aan Syrië of de Palestijnse gebieden. “De rechter kijkt eerst naar het delict. Pas na de straf komt de vraag: kan deze man blijven of moet hij vertrekken?” Het terugsturen van veroordeelden blijkt vaak een moeizaam en langdurig proces dat niet altijd tot succes leidt.
Vastlopen tussen straf en verblijf
Yap herinnert aan eerdere situaties waarin Afghanen met een 1F-stempel terechtkwamen in een juridisch niemandsland. Zij konden geen verblijfsvergunning krijgen door hun militaire verleden, maar terugkeren was ook onmogelijk.
“Daardoor hadden ze in Nederland nergens recht op. Dat zijn heel moeilijke situaties,” legt Yap uit. Vaak woonden deze mannen uiteindelijk bij hun gezin, dat wel rechtmatig verblijf had, terwijl zij zelf nergens aanspraak op konden maken.
Veiligheid speelt centrale rol
Volgens Yap draait de kwestie niet alleen om juridische regels, maar ook om maatschappelijke veiligheid. Een schrijnend voorbeeld is de zaak van Yilmaz Ç., die in Soest een 72-jarige vrouw bewust aanreed om hulp van de Staat af te dwingen. Hij kreeg twaalf jaar cel. Het Openbaar Ministerie besloot geen hoger beroep in te stellen, omdat anders de kans bestond dat hij precies kreeg wat hij wilde: langdurige opvang en zorg door Nederland.
Uitzetting ligt niet bij de rechter
“Een rechter kan geen uitzetting opleggen,” benadrukt Yap. “Wel kan er rekening mee worden gehouden dat iemand na zijn straf gedwongen wordt uitgezet.” Na afloop van de celstraf beoordeelt de Dienst Terugkeer en Vertrek, samen met justitie, of een veroordeelde kan worden teruggestuurd naar zijn land van herkomst. Daarbij spelen zowel juridische haalbaarheid als politieke afspraken een rol.
Detentie en vreemdelingenbewaring
Veel veroordeelde vreemdelingen worden ondergebracht in de Penitentiaire Inrichting Ter Apel, die speciaal bedoeld is voor gedetineerden zonder Nederlandse nationaliteit. In sommige gevallen kan ook tbs worden opgelegd, bijvoorbeeld bij psychische problematiek of zeer ernstige delicten.
Na het uitzitten van de straf volgt vaak vreemdelingenbewaring, bedoeld om de uitzetting voor te bereiden. In de zaak van Lisa is dat echter nog ver weg. “Eerst staat hem, als hij wordt veroordeeld, een lange gevangenisstraf in Nederland te wachten,” besluit Yap.