De Tweede Kamer heeft donderdag met een krappe meerderheid een motie verworpen die ernstig zieke of gewonde kinderen uit Gaza naar Nederland wilde halen. Het voorstel strandde met slechts één stem verschil: 72 Kamerleden stemden tegen, terwijl 71 leden voor stemden. Het demissionaire kabinet had de motie vooraf ontraden, wat de stemming extra beladen maakte en tot scherpe reacties leidde.
Oproep van Wereldgezondheidsorganisatie als aanleiding
De motie was een initiatief van SP-Kamerlid Sarah Dobbe. Zij verwees naar de oproep van de Wereldgezondheidsorganisatie aan Europese landen om medische hulp te bieden aan Palestijnse kinderen die in hun eigen regio geen passende zorg kunnen krijgen.
Verschillende landen, waaronder Italië, België en Frankrijk, hebben inmiddels aangeboden om kinderen op te nemen. Dobbe stelde dat Nederland niet achter kon blijven en morele verantwoordelijkheid moest nemen.
Kabinet kiest voor hulpverlening in de regio
Demissionair minister David van Weel van Buitenlandse Zaken, namens de VVD, gaf aan dat het kabinet de voorkeur geeft aan steun ter plaatse. Volgens hem is medische hulp effectiever als die in de regio wordt georganiseerd.
Hij wees erop dat Nederland dit jaar 25 miljoen euro heeft vrijgemaakt voor noodhulp in Gaza, waaronder medische ondersteuning. Van Weel benadrukte dat dit geld bedoeld is om de zorg lokaal te versterken en sneller bereikbaar te maken.
Gemeenten tonen bereidheid ondanks afwijzing
Opvallend is dat meerdere Nederlandse gemeenten hebben laten weten wél bereid te zijn om patiënten uit Gaza op te vangen, ondanks de afwijzing in de Kamer. Onder meer Amsterdam en Utrecht hebben signalen afgegeven dat zij de opvang van zieke kinderen zouden steunen als daar ruimte voor komt. Deze houding onderstreept dat de kwestie in Nederland niet alleen op politiek, maar ook op lokaal niveau veel emoties oproept.