De val van kabinet Schoof I heeft voor elf oud-bewindspersonen van PVV en NSC geleid tot een royale financiële tegemoetkoming. Waar gewone werknemers na ontslag terugvallen op een WW-uitkering met strikte grenzen, ontvangen oud-ministers en staatssecretarissen wachtgeld via de Algemene Politieke Ambtsdragerswet (APPA). Deze regeling garandeert duizenden euro’s per maand en geldt minimaal twee jaar, ongeacht de korte duur van hun ambtstermijn.
Hoe de regeling in elkaar zit
Volgens de APPA ontvangen oud-bewindspersonen in het eerste jaar na hun vertrek 80 procent van hun salaris, waarna dit daalt naar 70 procent. De duur van de regeling is gekoppeld aan de periode in functie, maar geldt altijd minimaal twee jaar. Omdat het kabinet minder dan een jaar standhield, profiteren de elf betrokken oud-bewindslieden toch van die volledige periode, wat hen aanzienlijke bedragen oplevert.
Groot verschil met gewone werknemers
Een belangrijk verschil met de WW is dat er bij de wachtgeldregeling geen maximumbedrag geldt. Gewone werknemers ontvangen nooit meer dan ongeveer 4.500 euro bruto per maand, hoe hoog hun eerdere salaris ook was. Ministers en staatssecretarissen vallen buiten dat plafond, waardoor hun maandelijkse inkomsten vele duizenden euro’s hoger liggen dan die van reguliere werknemers met een uitkering.
Bedragen die tot de verbeelding spreken
De hoogte van de uitkeringen laat de kloof duidelijk zien. Oud-ministers ontvangen maandelijks ongeveer 13.650 euro bruto, terwijl staatssecretarissen ruim 12.800 euro ontvangen. Gezamenlijk gaat het om 146.750 euro per maand. Omgerekend kost dit de samenleving jaarlijks meer dan 1,7 miljoen euro en over twee jaar ruim 3,4 miljoen euro. Het gaat volledig om belastinggeld, wat de maatschappelijke discussie extra gevoelig maakt.
Waarom dit vangnet bestaat
Voorstanders van het systeem benadrukken dat een politieke functie onzekere arbeidsomstandigheden met zich meebrengt. Een kabinet kan plotseling vallen, waardoor bewindspersonen onverwacht zonder baan komen te zitten.
Zonder wachtgeld zou het risico te groot zijn, waardoor geschikte kandidaten mogelijk afhaken. Daarnaast speelt integriteit een rol, want er geldt een afkoelperiode waarin oud-bewindslieden geen topfuncties mogen aannemen bij grote bedrijven.
Het contrast met gewone werknemers
Voor mensen buiten de politiek gelden striktere regels. Zij krijgen 70 procent van hun laatstverdiende loon, met een maximum van 4.500 euro bruto per maand. Bovendien is de duur van de WW afhankelijk van het aantal gewerkte jaren. Voor veel mensen stopt de uitkering na één of twee jaar, waarna zij soms moeten terugvallen op bijstand. Het verschil voedt gevoelens van ongelijkheid en oneerlijkheid.
Kritiek en tegenstrijdigheden
Het wachtgeldstelsel ligt al jaren onder vuur. Tegenstanders noemen de regeling onrechtvaardig en verwijzen naar de kloof tussen politiek en samenleving. Opvallend is de positie van PVV-leider Geert Wilders, die in het verleden zelf sprak van een “schandalige regeling”. Zijn partijgenoten profiteren er nu volop van. Die tegenstelling zet vraagtekens bij geloofwaardigheid en vergroot de politieke spanning rondom dit onderwerp.
Vertrouwen in de politiek onder druk
De kwestie draait niet alleen om financiële bedragen, maar vooral om vertrouwen in de politiek. Burgers zien dat politici zichzelf beter beschermen dan gewone werknemers. In een periode waarin stijgende zorgpremies en koopkrachtproblemen veel huishoudens raken, roept dat vragen op over rechtvaardigheid en solidariteit. Voor politici is de regeling een manier om geschikt talent te behouden, maar voor burgers voelt dit als een scheve verdeling.
Kosten en maatschappelijke gevolgen
De samenleving betaalt ruim drie miljoen euro aan elf oud-bewindspersonen die minder dan een jaar in functie waren. Dat geld had ook besteed kunnen worden aan publieke voorzieningen zoals zorg of onderwijs. Het maakt de discussie extra gevoelig, zeker nu onderwerpen als energieprijzen, zorgpremies en koopkracht centraal staan. Voor burgers benadrukt dit opnieuw de kloof tussen bestuur en samenleving.
Verkiezingen als mogelijk keerpunt
Op 29 oktober mogen de kiezers opnieuw naar de stembus. Daarmee krijgen zij de kans zich uit te spreken over het politieke klimaat én regelingen zoals het wachtgeld. Het onderwerp is onderdeel van een bredere discussie over vertrouwen, rechtvaardigheid en de relatie tussen politici en samenleving. Hoewel de regeling voorlopig blijft bestaan, staat vast dat de maatschappelijke discussie hierover zal doorgaan.