In de afgelopen drie maanden heeft de Duitse politie meer dan 150 mensen aan de Nederlandse grens afgezet. Alleen al in oktober werden 63 personen zonder geldige papieren in Nederland achtergelaten, zo blijkt uit onderzoek van De Gelderlander. De praktijk leidt tot groeiende onrust bij bewoners van grensgemeenten, die steeds vaker onbekende mensen in hun dorpen zien opduiken.

Migranten zonder papieren aan hun lot overgelaten
Volgens het onderzoek gaat het om mensen die Duitsland niet binnen mogen of die geen geldige documenten kunnen tonen. In veel gevallen worden zij niet overgedragen aan de Koninklijke Marechaussee, maar simpelweg bij de grens afgezet. Vervolgens moeten ze zelf uitzoeken hoe ze verder moeten reizen of onderdak kunnen vinden.
Het Duitse beleid is onderdeel van de aangescherpte grenscontroles die al enige tijd van kracht zijn. Mensen zonder geldige papieren of asielaanvraag worden tegengehouden en teruggestuurd. Het ministerie van Asiel en Migratie bevestigt aan de krant dat dit gebeurt op basis van bestaande afspraken tussen Nederland en Duitsland. Toch roept de uitvoering daarvan vragen op, vooral over de menselijke kant van deze aanpak.
Zichtbare gevolgen in grensdorpen
In het grensdorp ’s-Heerenberg, in de Achterhoek, merken bewoners duidelijk de gevolgen van deze praktijk. Steeds vaker zien ze onbekende mensen rondlopen, soms midden in de nacht of vroeg in de ochtend. Volgens omwonenden gaat het vaak om mensen die zichtbaar vermoeid of verdwaald zijn. Regelmatig vragen zij bewoners om hulp, bijvoorbeeld om even een telefoon te gebruiken of verbinding te maken met wifi.
De situatie zorgt voor toenemende bezorgdheid onder de lokale bevolking. Mensen vragen zich af wie deze personen zijn, waar ze vandaan komen en waar ze naartoe moeten. Voor veel inwoners voelt het ongemakkelijk dat deze mensen zomaar in hun buurt worden afgezet zonder duidelijk vervolgtraject.
Lokale bestuurders slaan alarm over ‘koude overdrachten’
Burgemeester Anne-Marie Fellinger van de gemeente Montferland, waar ’s-Heerenberg onder valt, noemt de situatie zorgwekkend. “Iedereen, ongeacht herkomst of status, moet met waardigheid en veiligheid worden behandeld,” zegt ze. Volgens haar roepen de zogenoemde ‘koude overdrachten’ — waarbij mensen zonder enige begeleiding de grens over worden gezet — grote vragen op over zowel de humanitaire als de bestuurlijke kant van de zaak.
Ze benadrukt dat deze mensen zich in een kwetsbare positie bevinden. Zonder begeleiding of opvang kunnen zij gemakkelijk verdwalen of in risicovolle situaties terechtkomen. Fellinger roept de rijksoverheid op om met Duitsland in overleg te treden over de manier waarop de afspraken worden uitgevoerd, zodat de menselijke maat beter wordt bewaakt.

Nederland en Duitsland verschillen in aanpak
Hoewel beide landen samenwerken op het gebied van grensbewaking, blijkt uit de praktijk dat de uitvoering niet altijd soepel verloopt. Duitsland hanteert een streng beleid waarbij mensen zonder papieren zo snel mogelijk worden teruggestuurd. Nederland daarentegen legt meer nadruk op opvang en registratie via de Marechaussee. Dat verschil in aanpak leidt tot situaties waarin mensen letterlijk tussen wal en schip belanden.
Volgens deskundigen kan deze aanpak bovendien leiden tot veiligheidsproblemen. Mensen die zonder begeleiding worden afgezet, verdwijnen vaak uit beeld. Hierdoor ontbreekt overzicht over wie de grens overkomt en wat er met hen gebeurt.
Oproep tot duidelijkheid en menselijkheid
Gemeenten in de grensregio dringen aan op meer transparantie en coördinatie tussen beide landen. Ze willen voorkomen dat migranten onbedoeld in een vacuüm terechtkomen, zonder hulp of perspectief. Voor bewoners is het belangrijk dat er snel duidelijkheid komt over de verantwoordelijkheden van beide landen.
De kwestie legt opnieuw bloot hoe gevoelig het migratievraagstuk ligt in grensgebieden. Terwijl Duitsland zijn grenscontroles opvoert, blijft Nederland zoeken naar een balans tussen veiligheid, menselijkheid en internationale afspraken.


