Steeds meer Nederlanders kiezen ervoor om hun vakantie binnen de landsgrenzen te vieren. Stranden, natuurgebieden en vakantieparken trekken jaarlijks miljoenen bezoekers, maar dat onbezorgde vakantiegevoel kan vanaf 2026 een stuk duurder uitpakken. De regering heeft namelijk aangekondigd dat de btw op overnachtingen, campings en uitjes stijgt van 9 naar 21 procent. Deze maatregel zorgt nu al voor onrust onder zowel toeristen als ondernemers.
Hoge prijzen voor vakantie in eigen land
Uit recente cijfers blijkt dat in 2024 driekwart van de Nederlanders op vakantie gaat, waarbij veel gezinnen zelfs meerdere trips per jaar plannen. Voor velen is een verblijf in eigen land aantrekkelijk vanwege de korte reistijd en het gemak van geen vliegreis. Toch zijn de kosten vaak al fors.
Zo kost een week in een vakantiehuisje voor twee volwassenen en twee kinderen gemiddeld 1363 euro. Ter vergelijking: een autovakantie naar Frankrijk kost gemiddeld 789 euro, terwijl een vergelijkbare reis naar Spanje, inclusief vliegreis, rond de 1596 euro ligt.
Verwachte prijsstijging zet druk op sector
Toerismeverslaggever Koen Nederlof verwacht dat de prijsstijging door de btw-verhoging het verschil met landen als Duitsland alleen maar groter maakt.
“Kijk naar een hotel net over de grens, dan zie je hoe groot dat verschil is,” waarschuwt hij. Volgens Nederlof kan dit ertoe leiden dat meer Nederlanders kiezen voor een vakantie buiten de landsgrenzen, waar logies en toeristische activiteiten goedkoper blijven.
Zandvoort luidt de noodklok
In de badplaats Zandvoort maakt wethouder Toerisme Lars Carree zich grote zorgen. Hij vreest dat de hogere prijzen ervoor zorgen dat toeristen minder lang blijven, wat direct voelbaar zal zijn bij hotels, restaurants en winkels. Minder overnachtingen betekent immers minder omzet voor de lokale economie.
Om dit te voorkomen, heeft de gemeente een brandbrief naar Den Haag gestuurd met het verzoek de btw-verhoging terug te draaien.
Mogelijke gevolgen voor de Nederlandse toerismesector
Als de btw-verhoging doorgaat, ligt het voor de hand dat Nederlanders vaker kiezen voor landen met lagere toeristenbelasting, zoals Duitsland en België.
Voor de Nederlandse sector kan dit leiden tot een daling in boekingen en mogelijk sluitingen van kleinere accommodaties. Grote hotelketens kunnen prijsstijgingen soms beter opvangen, maar kleinschalige ondernemers zullen moeite hebben om concurrerend te blijven.
Nog hoop op aanpassing van de maatregel
Hoewel de verhoging al in het belastingplan is opgenomen, hopen ondernemers en gemeenten dat de politiek alsnog ruimte vindt voor aanpassing.
Gemeentes als Zandvoort benadrukken dat een aantrekkelijke prijs essentieel is om toeristen te blijven trekken. De komende jaren zullen bepalend zijn voor hoe de sector zich aanpast. Als de druk vanuit markt en lokale politiek groot genoeg wordt, kan Den Haag mogelijk besluiten de maatregel te heroverwegen.