Karin (60) denkt dat het tijd is voor verandering. Ze kijkt me vastberaden aan en zegt dat de hypotheekrenteaftrek een eind moet krijgen. “Huurders zoals ik betalen voor het woongenot van kopers. Dat is krom en oneerlijk.” Haar blik verraadt haar boosheid over wat ze als een scheefgetrokken systeem ziet.
Ze ziet zichzelf als een van de velen die de rekening betaalt voor het plezier van anderen, en het steekt haar diep. “Waarom zou ik mee moeten betalen aan andermans droomhuis, terwijl ik zelf elke maand moeite heb mijn huur op te hoesten?” Ze spreekt niet alleen voor zichzelf, maar voor duizenden andere huurders die steeds meer druk voelen door stijgende kosten.
Karin voelt zich slachtoffer van een ongelijke verdeling, en ze is niet de enige. Er zijn steeds meer mensen die niet kunnen kopen, maar wel fors betalen om een dak boven hun hoofd te hebben. Die hypotheekrenteaftrek voelt dan als zout in de wond, een regeling die kopers bevoordeelt en huurders benadeelt. “Ik ben al vijftien jaar huurder en zie de huren alleen maar stijgen, terwijl kopers door de hypotheekrenteaftrek minder hoeven te betalen,” zegt ze verontwaardigd. Ze voelt zich aan de kant gezet, niet gehoord door de politiek die vooral lijkt te luisteren naar huiseigenaren.
Karin legt uit hoe ze elke maand opnieuw de touwtjes aan elkaar knoopt om rond te komen. “Mijn inkomen is niet veel gestegen, maar mijn huur wel,” zegt ze. Ze schetst hoe de balans steeds meer doorslaat naar een onhoudbare situatie. “Huurders worden steeds meer uit de markt gedrukt, maar wij betalen wel mee aan de subsidies voor de kopers.” Volgens haar betaalt zij via belastingen mee aan het geluk van anderen, en ze vraagt zich af waarom ze dat nog zou moeten blijven doen. Het steekt haar dat ze zelf nooit heeft kunnen kopen en nu een dubbel nadeel ervaart.
“Het voelt als een belediging,” zegt Karin, met een stem vol emotie. Ze herinnert zich de tijd dat ze bijna een huis kon kopen, maar de regels waren toen al lastig voor haar situatie. Nu voelt het alsof de kloof tussen huurders en kopers steeds groter wordt. “Er wordt voor de middenklasse vaak gesproken over gelijke kansen, maar in de praktijk betekent dat gewoon dat we meer betalen voor minder.” Ze haalt diep adem en kijkt even weg, maar hervat met hernieuwde felheid. “Waarom zou ik me inhouden over wat ik echt voel? Het is gewoon onrechtvaardig.”
Karin vindt dat de overheid dit probleem al veel eerder had moeten aanpakken. “We leven in een samenleving waar er alleen maar voordelen zijn voor kopers,” zegt ze bitter. Ze vergelijkt haar situatie met die van kennissen die hun huis in waarde hebben zien stijgen en van belastingvoordelen genieten. “Ik heb niets om op terug te vallen,” zegt ze. “Geen pensioen opgebouwd in een huis dat ik ooit zou kunnen verkopen. Ik ben gewoon een huurder die meebetaalt aan het systeem.” Ze spreekt over een diepe frustratie die ze voelt tegenover een overheid die haar belangen lijkt te negeren.
Karin’s situatie weerspiegelt het probleem waarmee veel huurders worstelen. Ze noemt een vriendin die ook huurt en evenveel verdient, maar die door de stijgende huurprijzen bijna niet meer rondkomt. “Het systeem laat ons allemaal in de steek,” zucht ze.
Ze vindt dat er eindelijk een eerlijk debat moet komen over de hypotheekrenteaftrek en de voorrechten van kopers. “We moeten af van die ouderwetse gedachte dat kopen de enige weg naar zekerheid is,” zegt ze stellig. Ze wil dat huurders serieus worden genomen en dat er ook voor hen een toekomst is waarin ze niet altijd aan het kortste eind trekken.
“Ik heb het gevoel dat ik in een vicieuze cirkel zit,” zegt Karin. Haar woede heeft haar tot actie gedreven: ze wil dat mensen inzien wat er mis is met het huidige systeem. “We worden vergeten,” zegt ze, terwijl ze nadenkt over wat er zou gebeuren als de hypotheekrenteaftrek verdwijnt. “Misschien zouden de huizenprijzen dalen, misschien zouden huurders eindelijk een eerlijke kans krijgen.” Ze is niet naïef; ze begrijpt dat het systeem niet van de ene op de andere dag verandert. Toch wil ze dat er iets gebeurt, dat huurders zich gehoord voelen.
Elke maand opnieuw wordt haar woede gevoed door de realiteit die ze ziet. Ze voelt zich machteloos, maar ook vastberaden. “Dit kan zo niet doorgaan,” zegt Karin. Ze hoopt dat er steeds meer mensen opstaan die, net als zij, erkennen dat de hypotheekrenteaftrek een onrecht is voor huurders. Ze droomt van een samenleving waarin iedereen dezelfde kansen krijgt en niet bevoordeeld wordt omdat ze kunnen kopen. Tot dat moment blijft Karin haar stem gebruiken, onverminderd fel en met dezelfde vastberaden blik in haar ogen.