Een meerderheid in de Tweede Kamer heeft ingestemd met een voorstel van VVD, BBB en JA21 om het zogeheten boerkaverbod verder uit te breiden. Je ziet dat hiermee de reikwijdte van het huidige verbod, dat sinds 2019 geldt, wordt vergroot. Het demissionaire kabinet had de motie ontraden, maar vond geen steun bij de Kamermeerderheid die uitbreiding noodzakelijk acht voor de publieke ruimte.
Bestaand verbod sinds 2019
Het boerkaverbod, officieel een verbod op gezichtsbedekkende kleding, geldt sinds 2019 in onderwijsinstellingen, het openbaar vervoer, ziekenhuizen en overheidsgebouwen. Het verbod betreft niet alleen boerka’s, maar ook nikabs, bivakmutsen en integraalhelmen.
De invoering zorgde destijds voor stevige discussie. Amnesty International stelde dat het verbod strijdig is met internationale mensenrechten, terwijl meerdere gemeenten vooraf al lieten weten het nauwelijks te handhaven.
Argumenten van de indienende partijen
Volgens VVD, BBB en JA21 is uitbreiding van het verbod noodzakelijk om sociale veiligheid en integratie te bevorderen. Tijdens het debat benadrukte VVD-leider Dilan Yeşilgöz dat het niet past dat vrouwen zich onder boerka’s moeten verbergen.
“Elke vrouw zou de vrijheid moeten hebben om de zon op haar huid te voelen,” verklaarde zij. Voor de indienende partijen is dit een principiële kwestie die samenhangt met gelijkheid en maatschappelijke openheid.
Uitbreiding naar publieke ruimte
De uitbreiding houdt in dat het verbod niet langer alleen geldt in specifieke sectoren, maar in de volledige publieke ruimte. Daarmee wordt gezichtsbedekkende kleding in parken, straten en andere openbare plekken eveneens verboden. Voorstanders wijzen erop dat dit duidelijkheid schept en de norm versterkt. Tegenstanders vrezen daarentegen dat de maatregel vooral symbolisch is en niet bijdraagt aan daadwerkelijke veiligheid of integratie.
Voortdurende verdeeldheid over draagvlak
Het debat over gezichtsbedekkende kleding blijft verdeeldheid oproepen. Voorstanders benadrukken dat een open samenleving gebaat is bij zichtbaarheid en herkenbaarheid van burgers. Critici vinden dat de maatregel een kleine groep vrouwen onevenredig raakt en nauwelijks praktische effecten heeft. Ondanks die verdeeldheid koos de Kamermeerderheid ervoor de motie te steunen, waarmee uitbreiding van het verbod dichterbij komt.