De coronacrisis heeft diepe sporen achtergelaten, niet alleen onder de bevolking, maar ook in de medische wereld. Minister van Volksgezondheid, Fleur Agema, ligt onder vuur vanwege de behandeling van artsen die tijdens de pandemie controversiële medicijnen voorschreven. Ondanks eerdere kritiek op het beleid van haar voorganger, Hugo de Jonge, lijkt Agema nu een vergelijkbare koers te varen.
“We worden al jaren achtervolgd”
Bedrijfsarts Alexander van Walraven is een van de artsen die worden vervolgd door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). De reden? Het voorschrijven van hydroxychloroquine (HCQ) en ivermectine tijdens de coronapandemie. Beide middelen, die wereldwijd zowel geprezen als bekritiseerd werden, zouden volgens de IGJ ongeschikt zijn geweest voor de behandeling van COVID-19. Van Walraven bestrijdt dit en stelt dat patiënten er juist baat bij hadden.
“We hebben op 18 november een rechtszaak bij de Raad van State,” vertelt Van Walraven. “Vier artsen, waaronder Rob Elens, staan terecht. Elens, die vanaf het begin werd weggezet als een kwaksalver, zag zijn patiënten verbeteren na het gebruik van deze middelen. Toch krijgen we boetes van duizenden euro’s per persoon.”
Medicatie onder vuur
Volgens Van Walraven ligt de kern van het probleem bij de overheidsbemoeienis. “De Eed van Hippocrates verplicht ons om geen kwaad te doen. Dat medicijnen die veilig zijn en zelfs op de lijst van essentiële geneesmiddelen van de WHO staan, worden verboden, is onbegrijpelijk,” zegt hij. “Ik zag doodzieke mensen opknappen. Als dit landelijk was uitgerold, hadden we veel leed kunnen besparen.”
Toch heeft de IGJ hard ingegrepen. “Het voorschrijven van deze middelen ging vaak in het geheim, via telefoontjes en koeriers. Het was logistiek een enorme operatie. Uiteindelijk heeft de inspectie al onze recepten verzameld en boetes uitgedeeld.” De bedragen lopen op tot €6.000 per arts.
Tegenstrijdige uitspraken en scheiding der machten
De zaak heeft inmiddels geleid tot een wirwar aan rechtszaken. “Er zijn twaalf artsen betrokken bij verschillende zaken. De uitkomsten zijn verdeeld; sommige rechtbanken oordelen in ons voordeel, andere niet. Dat maakt het systeem ongeloofwaardig,” aldus Van Walraven.
Op de vraag waarom deze middelen verboden werden, heeft hij een duidelijke mening: “Het lijkt erop dat de overheid deze middelen heeft gedemoniseerd om het vaccinatiebeleid te rechtvaardigen. Er zat duidelijk meer achter dan volksgezondheid: macht en geld speelden een rol.”
“Ik ga het uitzoeken”
Fleur Agema, sinds drie maanden minister van Volksgezondheid, heeft tijdens een ministerraad gereageerd op de zaak. Ze gaf aan niet op de hoogte te zijn van de details en beloofde de kwestie te onderzoeken. “Ik ga hierop terugkomen en u te woord staan,” zei ze. Toch roept haar antwoord vragen op.
Jan Vingerhoets, die namens de artsen een brief aan Agema schreef, wijst erop dat de minister juist verantwoordelijk is voor het instellen van hoger beroep tegen eerdere uitspraken. Een brief van september 2024 bevestigt dat het ministerie actief betrokken is bij deze zaken. “De minister liegt gewoon. Ze weet precies wat er speelt,” zegt Vingerhoets.
Hoe verder?
De spanning loopt op. Op 18 november staat de eerste zaak in hoger beroep gepland, hoewel deze niet direct Van Walrawen’s zaak betreft. Hij hoopt dat Agema haar belofte nakomt en de vervolging stopt. “Als de minister ingrijpt, kan dit allemaal van tafel. We blijven hopen op gerechtigheid.”